Spelletjes rond gevoel en/of emotie

​

Alvorens u start met de spelletjes, kan u de personages best inleiden bij (voorstellen aan) de leerlingen - dit kan u doen door de personagekaarten te gebruiken. Er zijn 8 basispersonages (reeks 1) + 6 personages van reeks 2 die de bende 'compleet' maken. In totaal zijn er 72 personages die ieder een ander karakter en een andere eigenschap krijgen in dit project. De volledige uitleg: zie tabblad "Materiaal : Personages"! Daar kan u een voorstel tot uitwerking in de klas vinden, en een verdeling per leerjaar.

​

​

BENODIGDHEDEN:

- Pennen, papier, kleurpotloden, tijdschriften, ...

- Personagekaartjes

- Karakter- en emotiebeschrijvingen

​

WERKWIJZE A: De leerlingen gaan creatief aan de slag en maken een voorstelling (op papier) van de emotie van het personage.

- VOORBEELD 1: Ze tekenen een situatie waarin het personage zich (gevoel) voelt - ze denken hierbij aan eigen ervaringen.

- VOORBEELD 2: Ze maken een collage over dit gevoel (wanneer kan iemand zich zo voelen?) met woorden en foto's.

- VOORBEELD 3: Ze stellen het gevoel voor aan de hand van een kleur (bijvoorbeeld: iemand die slecht gezind is: krabbels op blad met zwart en rood).

-  VOORBEELD 4: Ze maken een 'gevoelensmeter' waarop ze het gekozen personage plaatsen (net zoals een 'weerkalender' in de klas te gebruiken).

- ............ 

​

WERKWIJZE B: De leerlingen doen het gevoel na terwijl ze in de spiegel kijken. Wie kan het best triest / gelukkig / opgewekt / boos / ... kijken? Eventueel filmt de leerkracht dit of maakt er een foto van: neutraal (voor) en emotie (na).

​

NABESPREKING:

- Wat vond je hier leuk / makkelijk / moeilijk aan?

- Voel jij je ook soms zo? Vertel eens!

- Hoe reageer je dan?

​